Het ‘Lichnowsky-kwartet’ bestaat uit:
Rémy Baudet en Sayuri Yamagata, viool
Staas Swierstra, altviool
Albert Brüggen, violoncello
Programma
Luigi Boccherini: strijkkwartet opus 58 nr 2, in Es grote terts
- Allegretto lento
- Minuetto
- Larghetto
- Allegro vivo assai
Joseph Haydn: strijkkwartet opus 9 nr 4, in d kleine terts
- Moderato
- Menuet
- Adagio cantabile
- Presto
Over het Lichnowsky kwartet
Het Lichnowsky kwartet is vernoemd naar Carl Lichnowsky , een jonge edelman die graag en veel muziek maakte. Hij raakte bevriend met de even jonge Mozart, met wie hij vervolgens in 1789 een reis naar Berlijn maakte. Vrucht van die reis zijn de 3 ‘Pruisissche’ kwartetten die Mozart na terugkeer schreef.
In Lichnowsky’s Weense salon-avonden was Haydn een regelmatige gast. Lichnowsky is de 1e die ooit een strijkkwartet sponsorde ,nl. dat van het wonderkind Ignaz Schuppanzig, de levenslange steeds dikker wordende vriend en kwartetinterpreet van Beethoven.
Over wonderen gesproken: in de jaren 1764-66 vonden Haydn en Boccherini in hun jeugdige originaliteit allebei het ‘strijkkwartet’ uit, een ensemble van 4 gelijkwaardige stemmen. Zodra het uitgevonden was was het niet meer weg te denken en kon je je er alleen nog maar over verwonderen hoe de mensen het voordien zónder hadden moeten stellen. Iedereen wilde plots kwartet spelen of beluisteren. De zakpartituur ,zo’n klein boekje waarin alle noten staan, is zelfs ontstaan om kwartetliefhebbers te kunnen laten meelezen, een bedenksel van Haydn’s leerling Ignaz Pleyel.
Toelichting programma
Haydn’s opus 9 stamt uit 1768.Het is dan voor het eerst dat hij 6 werken in één uitgave bundelt – iets wat sindsdien standaard is geworden. Van die 6 staat er één in een mineur-toonsoort, en die zullen we vandaag ten gehore brengen. Een niet moeilijk maar wel serieus stuk in een ernstige toonsoort. Hiermee opende Haydn z’n set van 6,als om aan te geven dat het, al noemde hij ze bij gebrek aan beter nog ‘divertimenti a quattro, hem menens was. Bij dat al wordt Haydn natuurlijk nimmer zwaarmoedig. Het is een feest van inventiviteit en energie. En al heeft het ene instrument meer noten te spelen dan het andere,het is in de grond een gesprek tussen 4 mensen die allemaal hun zegje doen.
Boccherini belandde in datzelfde jaar in Spanje – en ging daar nooit meer weg. Vandaar uit stuurde hij z’n composities op naar Pleyel die inmiddels in Parijs een uitgeverij was begonnen (en daarna nog een pianofabriek zou oprichten, die pas in juni 2014 definitief is dichtgegaan). De kwartetten opus 58 schreef hij als 53-jarige in 1796. De wereld in Parijs was door de revolutie sterk veranderd maar voor kwartetten bleef de belangstelling onverminderd groot. Ook bij Boccherini gaat het niet om geluiden maar om gesprekken; het toneel lijkt echter verplaatst naar een droomwereld – spreekt hij over dromen of droomt hij over gesprekken?- Soms lijkt de tijd helemaal stil te gaan staan; dan horen we weer het geluid van castagnetten en echos’s van spaanse dansen die hem als Italiaans immigrant zo fascineerden. Het thema van de finale roept daarentegen niet toevallig de herinnering op aan een fuga. Vierstemmige fuga’s ( denk aan Bach’s Wohltemperiertes Klavier) vormen het substraat onder misschien wel ieder serieus strijkkwartet (denk aan Haydn opus 20, Mozart’s KV 387 en KV 464 en Beethoven’s Grosze Fuge opus 130/133).